Zondag 8/7 als we om 8uur opstaan, hangt er nog een behoorlijke nevel in het dal. We vertrekken om 09:00uur. Bij de eerste sluis komt er nog een derde boot bij die mee wil schutten. We moeten behoorlijk improviseren om voorin de sluis vast te kunnen maken. Ik klim de trap op om een touw voorin de sluis op een bolder te zetten. Er zit een brug over de sluis waardoor dit niet zo makkelijk is. Eigenlijk is het niets om met drie boten deze sluizen te doen.
Langs de kanalen bovenstrooms de sluizen staan enorme dennen. Het is hier niet erg breed en als je een spits tegen komt is het omdat de kanten ondiep zijn niet zo makkelijk om hem te passeren. Maar tegenwoordig zie je hier bijna geen spitsen meer. De sluizen lopen goed en we willen vandaag Charleville Mezieres passeren omdat we gehoord hebben dat daar werkzaamheden aan de sluizen zijn. Inderdaad zijn ze een nieuwe sluis of stuw aan het maken in Charleville.
De Andennen is een land van legenden. Men zegt dat er hier achter elke steen een verhaal schuil gaat. Er komen denkbeeldige wezentjes voor, zoals de "pie-pie-van-van" of de "nutons" : de eerstgenoemden doen u 's nachts in het bos verdwalen volgens zeggen, de anderen zetten 's nachts nieuwe zolen onder u schoenen of repareren uw pannen. Sommige mensen beweren dat ze tegenwoordig volledig verdwenen zijn, anderen denken van niet. Wie weet, het bos is zo groot.
In Revin hadden we gehoord dat een week geleden het water daar zo hoog had gestaan, dat varen verboden was. Volgens de verhalen kwam dit doordat waterplanten uit het riviertje de Semoi de stuwen had verstop. Later hoorde ik het verhaal dat er langs de Maas gemaaid was en dat deze plantenresten de stuwen had verstopt. Al meerdere malen hebben wij meegemaakt dat er inderdaad langs kanalen gemaaid werd en alle afval in het kanaal terecht kwam. Voor de waterpomp van de motor was dit niet zo'n beste tijd.
In de Semoyvallei vindt men een stenenpartij die men overal in de Ardennen "Roc la Tour" noemt. Maar iedereen beneden weet dat hun echte naam "het kasteel van de duivel" is. Het is een kasteel dat de duivel zich verplichte in één nacht te bouwen, om de liefde van een man voor zijn schone te bevredigen. Geholpen door alle kwade geesten uit de omringende bossen gaat hij aan het werk. Bij de dageraad wordt de schone beneden de rivier gewekt door het lawaai van de laatste werkzaamheden. Ze steekt de binnenplaats over om wat beter te kunnen kijken en wekt de haan die kraai zodat de zon opkomt. De duivel heeft z'n kasteel niet af, er mist nog één steen. Hij is woedend en geeft een schop tegen het bouwsel en vernietigt het in één enkel ogenblik. Tegenwoordig resten er nog slechts enkele stenen.
Bij Aiglemont hebben we al eens overnacht. Je kan daar goed met de kop aan een graswal liggen met achter een anker uit. De wandeling naar Aiglemont wordt beloond met een prachtig uitzicht.
We komen om 17:38uur aan bij het stadje Lumes waar een mooi steiger in de rivier ligt en nog drie plekken vrij zijn. Er liggen alleen gepensioneerden aan dit steiger. We gaan gauw barbecuen, want er komen donkere wolken aan. Gelukkig blijft het droog tijdens het eten.
s'-Avonds wandelen we door het dorp, maar er is niets te beleven. Je ligt hier wel rustig.
|